WOL & PUNCHEN

Een eigenschap van wol is dat het een goede isolator is tegen kou. Dit komt doordat er tussen de kleine gekrulde vezels van de wol zich veel stilstaande lucht bevindt.
Een nieuwe techniek die TLEVV! gebruikt voor de verwerking van wol is punchen. Dit is machinaal naaldvilten. Wollen stoffen worden bewerkt met behulp van een punchmachine.
De machine “vilt” alles aan elkaar. Het is een techniek om te schilderen met textiel.
Voor punchen wordt altijd een wollen ondergrond gebruikt omdat er schubben aan wolvezels zitten. Die haken daardoor gemakkelijk in elkaar bij vilten en punchen en blijven daarna goed aan elkaar vastzitten.
In de punchmachine zitten naalden met weerhaakjes, die slaan de stoffen en materialen door elkaar. Er komt geen garen aan te pas.
Stoffen krijgen hierdoor een andere structuur. Je kunt ragfijne stoffen vervormen zoals bijv. organza. Als je dat met wol puncht, krijg je verschillende effecten. Het is belangrijk dat één van de materialen vezels met weerhaakjes heeft. Je kan met (sier)garens punchen als er losse vezels zijn die zich vast kunnen zetten in de wol.
Door punchen bloeit ook het uiterlijk van de stof op. Met losse wol kan er een abstracte vorm ontstaan en met dunne draden een strak geometrisch patroon.